Zondag 7 september 2014
Vandaag was de JustAAPrun in Almere. Justus en ik hadden ons daarvoor ingeschreven. Maar omdat Astrud ziek was, geloofde ik niet meer dat Justus nog mee kon gaan. Toen dan ook een telefoontje gisterenavond van hem kwam dat het thuis met wat regelen wel lukte om mee te gaan, was ik blij verrast. Met z’n tweeen naar zo’n evenement is toch wel leuker dan alleen. Dus vanmorgen stond ik al ruim voor 9 uur bij hem voor de deur. We spraken af dat we het rustig aan zouden doen. Justus was een paar weken geleden gevallen en heeft daarbij zijn knie bezeerd. Soms speelt die knie op bij het hardlopen. Dus geen snelle fratsen vandaag. En, we zouden bij elkaar blijven. We zien het als een training voor latere trails die eraan komen. In Almere was ruim voldoende parkeergelegenheid niet ver van de start/finish. Eerst even naar de wc, daarna gingen we ons startnummer ophalen. Toen liepen we naar de startboog om de 7km lopers uit te zwaaien. Daarna, op naar het startvak. Ongeveer 100 lopers liepen deze trail. Ik had de route op mijn Suunto gezet. Maar, zucht, zucht, deze oen kreeg hem weer niet werkend. Jammer, want we zouden er veel aan gehad hebben, bleek later.
We gingen op weg. Al snel op smalle graspaadjes waar je elkaar niet kon inhalen. Justus en ik liepen in de achterhoede. Het ging relaxed. Bij de klimmetjes deed ik het extra rustig. Ik wilde mijn krachten sparen, er stond wel 16,7 km trail op het programma. De klimmetjes werden op de afvalberg van Almere klimmen. Omhoog, omlaag, omhoog, omlaag. Volgens Justus zou ik het beste kunnen blijven dribbelen in plaats van omhoog wandelen. Dat probeerde ik dus maar. Ik was blij dat ik compressietubes aan had. Op grote stukken was er wel gemaaid, maar stonden er wel harde onkruidstaken bijna kniehoog. Opvallend was ook dat het een bochtig parcours was. Het leek alsof men had moeten woekeren met de ruimte om de trail uit te zetten.
Na 5 km was een verzorgingspost. Ik nam even tijd om een beker water te drinken. Toen kwamen we langs een groot speelterrein. Erg leuk, dus Justus nam zich al voor om hier terug te komen met de kinderen. We liepen onder een bomenboog door en door een graspad met aan weerskanten hoge heggen. De geparkeerde auto’s zag je zo niet eens. Verder ging het weer. Nu over een lange zandweg. En ja, na ongeveer 8 km ging het mis. De knie van Justus speelde hevig op. En als hij stopte werd het nog erger. Maar opgeven is voor hem geen optie, dus doorlopen. Na 9,5 km was er weer een uitgiftepunt van water door kleine meisjes. Wij namen hier een gel, plus wat water. Justus trok zijn compressiesok hoog over zijn knie. Daar deed hij ook nog een polsbandje omheen. We moesten over een sloot. Er lagen grote ronde stenen, dus je moest uitkijken om niet uit te glijden. Natuurlijk(!) gleed ik in het water. Maar volgens mij kreeg iedereen hier wel natte voeten. Inmiddels kwamen de snelle lopers ons alweer tegemoet. Een smal stoppelpaadje met hoge brandnetels erlangs bracht ons verder. Justus moest soms wandelen, zoveel last had hij. Maar, desnoods kruipend, finishen wilde hij. De man op de bezemfiets kwam af en toe een praatje maken. Bij een steile klim bleef de fietser beneden. Ik moest gewoon mijn handen erbij gebruiken om omhoog te komen. Ook de afdaling was niet hardlopend te nemen. Smal, bochtig en vochtig. Beneden gekomen vroeg de fietser of wij twee mensen boven gezien hadden. Nou, nee. Achteraf bleek, dat die lopers helemaal, wel meer dan vijf km, verkeerd gelopen hadden. Bij ons ging het toen nog goed. Op dit stuk moesten we weer de sloot over, maar nu over een plank. Dat lukte. Verder ging het. Helemaal rechtdoor, zei de bezemfietser. Ja, dat deden we. Maar na rechtdoor stopte de weg. En nu? Geen linten, geen bordjes. Nou, dan het zandpad maar weer. Arme Justus, af en toe hield hij het niet meer. Ik liep dan wat vooruit om te kijken of er linten hingen. Soms lagen ze aan de kant. Maar toch gingen we daar verkeerd. Na 2 km kwamen we weer uit op het rechte stuk. Toen kozen we zelf dan maar een richting. Geen lint te zien. Inmiddels hadden we er meer dan 17 km opzitten. Gelukkig zagen we toen lopers van een andere afstand. En we zagen twee verkeersregelaars. Ons werd gewezen hoe we verder moesten. Nog een lusje door het bos. Toen over het gras en tenslotte een blubbersloot over. Daar waren al zoveel mensen voor ons over gegaan, en het had even licht geregend, dus glad. Ik gleed pontificaal met mijn schoenen in de blubber. Pikzwart. We staken de weg over, gaven elkaar een hand en liepen stralend op de finish af. Het zat erop. Gemiddelde hf 152 (107-172) Cadence 82 Totaal 18,58 km