Maandag, 30 januari 2017
Het plan is voor vandaag het eerste stuk van het Amstelveen lentemarathon parcours te gaan lopen. Dat is voor mij een nieuw te ontdekken route. Het is 6 graden en het regent. Gelukkig is er weinig wind. Max kan niet mee over dit wegparcours. Een paar uur aangelijnd lopen op fietspaden en langs de weg, is voor hem en voor mij te vermoeiend. Even voor achten ga ik op weg. Ik heb een halve liter zelfgemaakte sportdrank in mijn vest. Verder nog een paar gels en energierepen. In een plastic zakje heb ik een tshirt gepropt voor het geval dat ik nat en koud ergens zou stranden. Beter mee, dan om verlegen.
Eerst nog deed ik mijn nog nooit gedragen sportschoenen aan, de Hoka Cliftons die ik op de TCS Amsterdam Expo gekocht had. Maar met dikke sokken voel ik ze nu al klemmen. Dus toch maar weer op de oude vertrouwde Bondi’s. Over de capuchon van de hoody trek ik een cap. Zo is mijn bril beschermd tegen de miezerregen.
Het parcours heb ik uitgeprint en in een plastic hoes in een voorvak van mijn vest. Dat is voor de zekerheid. Ik wil de route gaan lopen met behulp van het GPX kaartje op de Fenix.
De eerste kilometers tot aan het begin van het parcours loop ik in de schemering. Het is druk onderweg. Ik ben blij dat ik verlichting om mijn armen heb. Een automobiliste draait zonder te kijken een hoek om waar ik op de stoep loop. Zij schrikt zich het apelazerus. Als ik aan het hardlopen ben, wil ik nog wel eens snel, stom, stom, een straat oversteken. Maar nu wacht ik netjes bij het zebrapad tot het groene poppetje verschijnt.
Bij AV Startbaan aangekomen wandel ik een stukje terwijl ik het sporthorloge opnieuw instel. Het tweede deel van mijn lange duurloop is begonnen. De route loopt via een fietspad. Ik moet even goed kijken, maar al gauw verschijnt een berichtje dat ik on course ben. Goed dat dit lukt! Ik loop netjes aan de rechterkant. Veel fietsers die tegemoet komen. Er zijn scholen in de buurt. Ik zie voor mij een man langzaam aan komen wandelen. Hij kijkt even opzij. Ik denk dat hij een hond bij zich heeft. Maar die zie ik niet. Drie fietsende meisjes nemen het fietspad voor zichzelf. Ik zie het gebeuren en houd extra rechts aan. De man roept: “Wat moet je nou? Wil je soms door me heen?” Volgens mij is er plek zat en zou hij al wandelend best een stukje opzij kunnen. Ik antwoord al lopend: “Ik moet opzij voor die fietsers.” Dat schiet hem kennelijk in het verkeerde keelgat. Hij begint te schelden. Ik loop snel door. Een heel stuk verder hoor ik hem nog tieren. Niet normaal dit.
Even verder moet ik naar links de Nesserlaan op. Het wordt nu rustiger. Ik kijkt nog een paar keer om of ik niet gevolgd word. Je weet het maar nooit met zo’n gek. Dan gaat het rechtsaf de polder in. Zes/zeven kilometer straight on over een fietspad. Geen bebouwing, helemaal vlak polderland. Het miezert en mist. Weinig wind, wel tegen. Mocht je hier nu hulp nodig hebben, dan zou je daar wel eens lang op kunnen wachten. Ik zie een zilverreiger, ganzen, zwanen, eenden en meerkoetjes. Ondanks de regen is het een prachtig stuk. Je kunt hier een runners high krijgen, kilometers recht door de polder. Op gegeven moment geeft het routelijntje aan dat ik rechtsaf moet. Dit fietspad loopt vlak langs een drukke provinciale weg. Niet zo leuk, maar het is maar een kilometer. Dan via een tunneltje onder de weg door linksaf. Na anderhalve kilometer kom ik bij de Amstel. Ik wandel even om wat te drinken en een energiereep te pakken. Naast het water is een smal paadje. De mist wordt dichter.
Hoewel het een mooi stukje Amstel is, kan ik niet echt genieten. Het is erg druk. Je merkt echt dat je in de Randstad bent. Met de wind nu achter kan ik mijn capuchon afdoen. Ook de klamme handschoenen kunnen uit. Ik hobbel door Nes aan de Amstel. Daar kan ik over een stukje stoep gaan, dat loopt even makkelijker. Na Nes neem ik weer het blubberpaadje naast het water.
Door gaat het, tot het lijntje op mijn horloge links aangeeft. Dat ga ik niet doen. Ik sla de gegevens op en begin met het derde deel van de lange duurloop. Die gaat via Ouderkerk door de Middelpolder naar huis. Dat zijn 5,21 bekende kilometers. De versnellinkjes aan het eind doe ik ook netjes. Ik ben tevreden. Het lukte met het navigeren. Ik heb mijn hoofd lekker leeg gelopen. Bovendien liep ik van heel langzaam in deel een, naar iets sneller in het tweede deel, terwijl het laatste deel het snelst ging.
Totaal: 24,4 km