Om kwart voor acht zette ik de auto op de parkeerplaats bij het Buitencentrum Schoorlse Duinen. En wat ik al verwachtte, gebeurde: het begon enorm te gieten. Het hoosde. Even later veranderde de regen in hagel. Ik bleef maar even in de auto zitten. Maar een bui gaat over. Dus even later werd het minder en ging ik toch op pad. Korte broek, thermo shirt, t-shirt eroverheen, dun regenjack, buff om hoofd, gevulde raidlight rugzak. Ik liep meteen de grote trap op naar boven. Dat was mijn warming up. Ik moest al nodig in de auto. En dankzij het vroege uur en de natte boel buiten durfde ik het aan om even buiten de route in de bosjes te hurken.
Thuis had ik al de Duinentoppentocht op de Suunto gezet. Je ziet dan precies hoe je moet lopen. En als je even van de route afgaat, wat overigens een paar keer gebeurde, kom je via het pijltje weer terug op de juiste weg. Handig, juist vandaag. Want het was de eerste keer dat ik alleen een zo lange onbekende route volgde. Aan het strand waren bijvoorbeeld geen pijltjes te zien (ik liep daar dus ook een stukje verkeerd), bovendien weet je op tijd welke richting je op moet.
De eerste zes kilometer heb ik geen mens gezien. Pas bij het Camperduin kwam mij een man met een hond tegemoet. Even verder zag ik op het strand een fotograaf aan het werk. Er waren spannende luchten: wolken in alle tinten grijs en wit. Bij Hargen aan zee, dat ik eerst voorbij gelopen was, ging ik van het strand af. De route liep rond een grote parkeerplaats. Verder ging het over een zandvlakte weer de duinen in. Zodra het omhoog ging, besloot ik weer te gaan wandelen. Het was zo mooi daar. Ik stopte om een paar foto’s te maken.
Hier, bij de Hargerplas, heeft Staatsbosbeheer alle dennenbomen en de laag met naalden op de bodem weggehaald. Zo zagen de Schoorlse duinen er oorspronkelijk uit, zegt de folder. Ik moest even goed kijken welke richting nu op. Er was niets van een pad te zien. De Suunto gaf aan: rechtdoor. En ja hoor, verderop zag ik weer een rode pijl. Weer het bos in kwam mij een loper tegemoet. We groetten elkaar. Even verder zag ik dat hij was omgedraaid en achter mij aan kwam. Van de weeromstuit ging ik harder lopen. Toen ik een groepje van drie lopers zag, was ik weer helemaal gerustgesteld. Verder ging het weer. Ik zag de zwartgeblakerde velden van recente branden. Het herstel kan tientallen jaren duren. Ik liep nu in zuidelijke richting. Rechts zag ik de Speelkuil, een zandverstuiving. Verder ging het: afwisselend duinen, heide, bomen, mos. Soms druppelde het, maar de regen zette gelukkig niet door. Toen ik twee wandelaars zag, vroeg ik of even een banaan uit mijn rugzak gehaald kon worden. Scheelde mij weer het uit- en weer aandoen van de rugzak. Zij wilden graag de kaart bekijken, want ze waren hun route kwijt. Leuk, zo’n korte ontmoeting. Ik begon best wat vermoeid te raken. Maar ik bleef mezelf dwingen om zoveel mogelijk te blijven joggen. Alleen als het omhoog ging en bij trappen wandelde ik. Ik nam de laatste gel, kauwde een paar winegums en het ging weer beter. Nog een stuk of zes kilometers. Bovenop een duin, bij een bank, nam ik de tijd om mijn jack uit te trekken en in de rugzak te proppen. De buff had ik al om mijn pols gedaan. Naar beneden, niet struikelen over boomwortels, blijf je concentreren, linksaf, weer omhoog. Nog eerder dan ik verwachtte zag ik het Buitencentrum Schoorlse Duinen liggen. Mijn trail zat er op. Ik dronk een kop koffie en een kop chocola. Ik kreeg zelfs een grote appel cadeau. Ik heb er tegenop gezien om in mijn eentje deze tocht te lopen. Maar wat was het een leuke zaterdagmorgen.
Gemiddelde HF: 141 (75-161). Cadence: 88. Ascent 245. Descent: 231. Totaal: 20,80 km. (Op looptijden 21,4 km).