Zaterdag, 12 maart 2016
Vrijdagavond ben ik al in Nijverdal aangekomen. Ik slaap een nachtje in Sportherberg De Wilgenweard. Zo’n nachtje slapen voor de trail is lekker relaxed. Zo hoef ik de twee uur naar Nijverdal heen en twee uur weer terug niet in mijn eentje op een dag te rijden. Tegen alle verwachting in, slaap ik best redelijk. Meestal moet ik erg wennen aan een nieuwe omgeving. Bij het ontbijt om zeven uur schuif ik aan bij andere lopers. Als ik hoor welke plannen die mannen hebben…100 km, 160 km….alsof het niets is.
Met een busje worden we naar het Ravijn gebracht. Fijn, nu ben ik nog op tijd om de 75 km lopers te zien starten en kan ik topatlete Leonie van den Haak het boek van Flanagens Trans American Race geven. Een van de Belgische lopers had mij aan het ontbijt gevraagd om hem met Leonie op de foto te zetten. Daar was nu alle tijd voor. Zodra ik naar binnen loop, zie ik Tiny. Net als verleden jaar gaat hij vandaag voor de 50 km. Terwijl ik met hem sta te praten, wordt hij enthousiast begroet door de een na de andere loopster. “Mijn engelen” zegt hij.
Nadat ik bij de start de lopers heb weggeklapt, ga ik weer naar binnen. Ik haal mijn startnummer op. Leuk, omdat het een jubileum is van de SallandTrail, krijgt iedereen een mooie buff. Ineens hoor ik van beneden:”He, Margriet, kom je mij weer hazen?” Ik moet even schakelen. Met hem, die daar lekker op de grond zit met zijn rug tegen de muur, heb ik in Geldrop het grootste stuk van de marathon gelopen. Ik zak naast hem op de grond en we kletsen even. Dan wordt het tijd om mij boven klaar te maken voor de trail. 500 deelnemers zijn er voor de 25 km afstand. In een grote zaal, achter een scherm, kunnen de dames zich omkleden.
Dan is het tijd voor ons, de 25 km lopers. Ik ga wat achteraan staan. Bertus telt af en off we go. Bij de eerste heuvel moet ik even wachten. Dan nog een stukje wandelen. Al gauw is die drukte over. Bertus heeft gewaarschuwd voor de vele boomwortels. Ik heb de hele trail goed uit gekeken en ben niet een keer gevallen. Het kost mij moeite om in mijn ritme te komen. Ik weet niet waar dat aan ligt, ik ga echt niet te snel. Het weer is fantastisch, de zon schijnt volop, de omgeving is prachtig. Waarom lukt het niet om lekker te hobbelen? Ja, het parcours is pittig. Ik spreek mezelf toe, maar ik ben niet tevreden met mijn lopen. Het zit tussen je oren, ja, dat weet ik. Ik probeer aan andere dingen te denken.
De verzorgingspost op 13,5 km moet echt verdiend worden. Vlak ervoor moeten we een flink stuk moutainbikepad op en af door mul zand. Ik neem even te tijd om een beker thee te drinken, een stukje banaan en wat pepsils te eten. Dan gaat het weer verder. De enthousiaste vele vrijwilligers onderweg hebben aanmoedigingen voor iedereen. Fantastisch hoe deze trail georganiseerd is. Nu komt een stuk asfalt. Ik probeer hier wat te herstellen en toch door te lopen. Een groep achter mij kiest voor hetzelfde tempo. Ik merk dat ik daarop reageer door sneller te lopen. Als we het bos weer ingaan, lopen ze mij voorbij.
Dan loop ik een stuk alleen. Als ik een steile heuvel op moet, wandel ik even. Ik merk dat ik behoorlijk hijg. De hartslag zal wel hoog zijn. Wat zit ik er doorheen. Op gegeven moment haal ik een loopster in. Zij blijft vlak achter mij lopen. Er rammelt iets aan haar belt of vest, ik moet er steeds naar luisteren.
Ik ga wandelen, zodat ze voorbij kan, maar ze komt naast me lopen en begint een gesprek. Even gaan we samen door; ik zeg:”tot de hoek, dan mag ik een gel”, zij wandelt even en gaat dan verder. Even later groet ik een vrijwilliger. Hij zegt: “nog zo’n drie km.” Ik antwoord: “ik heb het zwaar” Hij: “haal een paar keer diep adem en ga dan joggen.” Als ik dat doe, roept hij van ver: “Ja, zo moet het. Ga door” Een paar honderd meter verder moet ik hijgend weer even wandelen. Bah! Ik zie de loopster van eerst steeds verder voor me weg lopen. Een vrouw op een fiets spreekt me toe hoe geweldig zij mij wel vindt. Nou, ik totaal niet.
Dan komen we aan de kuil. Naar beneden toe gaat het prima. Maar omhoog is andere koek. Linksaf, nog maar twee kilometer. Waarom kan ik het nu niet oppakken en nog even knallen? Ik ga opzij voor een paar 75 km lopers. Ik hoor het rumoer bij de finish. Langs witte linten gaat het pad naar beneden. Daar zie ik Zeppo. Ik rem af en wil de riem overnemen om met hem over de finish te gaan. Maar honden zijn niet toegestaan in het Ravijn, dus sla ik zonder hem rechtsaf. Nog even. Toeschouwers aan de kant roepen en klappen. Armen omhoog en over de matten.
Ik neem een stukje suikerbrood en een beker thee. Binnen in het Ravijn lever ik het startnummer in en krijg ik een goody bag met een mooie groene SallandTrail handdoek. Wat een trail, volgend jaar graag weer. Maar ik hoop dat ik dan wel wat makkelijker kan lopen.
De reactie van Tiny op mijn Moverscount gegevens van deze trail deed mij goed:”…bedenk wel dat wij alletwee gruwelijk tegen het leeftijdsverval moeten knokken. Daar is bijna niet tegenop te trainen” en:”Kijk eens op de uitslagen wie en wat je nog allemaal achter je liet (let ook op de geboortejaren)” Tiny zelf liep een geweldige tijd op de 50 km. Maar ook hij heeft er hard voor moeten werken. Een topcoach!
De SallandTrail 2016 een droomtrail. Ik heb geen minpuntjes kunnen ontdekken (alleen bij mezelf.) Bertus, de hele organisatie, alle vrijwilligers, het was super.