Vrijdag 14, zaterdag 15, zondag 16 oktober 2016
En nu komt het toch wel heel dicht bij. Startnummer is opgehaald, t-shirt is al geruild in een passende maat, koekjes zijn gebakken, en alle trainingen zijn gedaan. Langzaamaan beginnen de zenuwen te komen. Ik heb kilometertijden op een briefje gezet. Greet stuurde een lieve aanmoedigingskaart. Zij staat morgen op het 14 km verzorgingspunt als vrijwilligster. Ik heb beloofd hard naar haar te roepen als ik daar langs kom. Morgenochtend ga ik op de fiets naar het Olympisch Stadion. S. fietst met me mee. Daarna gaat hij naar huis, om ‘s middags weer terug te komen. Het belooft morgen een prachtige dag te worden. De zonnebril ligt ook klaar.
Vrijdag ben ik eerst nog een half uurtje gaan lopen. Max mocht mee. Hij doet zo zijn best om netjes mee te lopen! Daarna snel boodschappen halen en daarna naar de Expo om het startnummer op te halen. Ik vond het leuk om even te shoppen op de Expo. Kon daar ook nog een paar Hoka Clifton schoenen met flinke korting kopen.
ZONDAG, M-dag, off-day of toch niet?
En dan is het zover. Met S fiets ik naar het Olympisch Stadion. De fiets gaat vast aan een rek, S gaat weer naar huis. Ik kijk eerst even op de tribunes, daarna loop ik via de ingang speciaal voor de atleten (jawel!) het stadion in. Achterin het groene vak, een beetje uit de wind, wacht ik tot we kunnen starten. Ik praat met een man uit Jersey. Hij maakt nog even een foto van me.
En dan gaat het snel. We klappen voor de topatleten die om 9.30 uur starten. Dan, overshirt uit, in de rugzak proppen, horloge aan en daar gaan we over de matten. Ik loop de marathon van Amsterdam! Eerst naar het Vondelpark. Ik probeer niet te snel te gaan, het voelt goed. Er staan nu al veel enthousiaste supporters langs de hekken.
Ondanks de grote hoeveelheid medelopers, heb je geen last van elkaar. Ik loop aan de rechterkant, zodat de snellere lopers makkelijk voorbij kunnen. De kilometers vliegen voorbij. Af en toe moet ik me zelfs wat temperen, anders is de energie te snel op. Onder het museum door, linksaf richting Beethovenstraat. O. stuurt me een WhatsApp dat hij bij de Zuidas staat. Wat leuk! Ik krijg een lekkere banaan en verder gaat het weer.
Een jonge man komt naast me lopen. We praten wat, natuurlijk over hardlopen. Wat later moet hij plassen en loop ik verder. Op 15/16 kilometer is een grote verzorgingspost. Ik groet bekenden van onze zaterdagloopgroep en roep zoals afgesproken naar Greet. We omhelzen elkaar, ze zegt: “Niet vergeten, he, je kunt het!” Dan gaat het langs de Amstel. Dit is bekend terrein voor me. Bij de brug van Ouderkerk staat O. weer met water. “Zo meteen heb je de wind mee.” zegt hij nog. Geweldig om zo’n support te krijgen.
Ik loop nog steeds vlak voor de roze ballonnenpacers (eindtijd 4:45′). Dan merk ik dat ik moet plassen. Er zijn twee mensen voor mij bij de dixie. Dat kost veel tijd. De roze ballon gaat voorbij. Iets later zie ik ze ver voor me lopen. Niet gaan versnellen, denk ik, je bent pas op de helft. Ik voel me ineens moe. Even een stukje wandelen om mijn hartslag naar beneden te krijgen. Maar dan is het moeilijk om de draad weer op te pakken. En eigenlijk is me dat de hele tweede helft niet meer gelukt. Natuurlijk heb ik nog wel stukken gelopen, maar het ging niet meer van harte. Ik geloof dat ze dat harken noemen. Ik krijg van Henny, Wim en O. lieve aanmoedigings smsjes. Maar het lukt me niet op ze te beantwoorden. Het hoesjes van de phone zit te los zodat de toetsen niet werken. Ik baal van mezelf. Pijn aan mijn voet, had ik nu toch maar de nieuwe schoenen aangedaan, mijn schouders voelen niet goed, te gespannen, bah! Nu gaan de kilometers langzaam. Zelfs de witte ballonnenpacers ( eindtijd 5:00′) komen me achterop. Een stuk kan ik met ze meelopen. Maar dan ga ik weer een stukje wandelen. Stom, eigenlijk had ik nu moeten doorbijten en bij ze moeten blijven. Maar het nare gevoel en de negatieve gedachten hadden de overhand.
Zo kom ik toch weer in het Vondelpark. Wendy had me bericht dat ze me gemist had op het 40 km punt. Maar daar was ik toen nog helemaal niet. Dus goed kijken op dat punt en ja hoor, daar staat ze. Even een knuffel en haar bedanken. Ze heeft al gezien dat de vorm er vandaag bij mij niet in zit.
Nog twee kilometer! Natuurlijk ga ik het halen, dat is de hele marathon geen issue geweest, maar zelfs op de Amstelveense weg kan ik niet versnellen. Ik ga de poort door bij het stadion. Nog een stukje! Drie mannen versperren mij de weg met een grote vlag waarmee ze naast elkaar over de finish willen gaan. Ik wil hun feestje niet verstoren en blijf achter ze. Die paar seconden kunnen er ook nog wel bij. Armen in de lucht en over de finish! Mijn tweede marathon zit er op.
S. zit op de tribune, maar heeft me niet zien binnenkomen. Hij heeft er de pe in. Het duurt ook nog een tijdje voordat hij mij bij de fiets gevonden heeft. We fietsen naar huis. Dat gaat boven verwachting goed. En thuis krijg ik een prachtige bos rode rozen.
En nu heb ik een beetje dubbel gevoel, al overheerst wel de blijdschap van het halen van deze marathon. Mijn plannetje heeft niet gewerkt. Kennelijk ben ik te optimistisch geweest in de eerste helft. Ik hoop dat ik er van zal leren. Of er ooit nog een marathon komt? Op mijn zeventigste?