Zondag, 8 november 2015
En dan zit de Berenloop er al weer op. Het was voor velen, ook voor mij, een leuk sportief feest op Terschelling. Op vrijdagmiddag kwamen wij al aan. Het kostte even wat moeite om de gehuurde e-car aan de praat te krijgen. Achteraf bleek de gebruiksaanwijzing ergens achter onder in de auto te liggen. Maar met wat uitleg van een aardige Terschellinger kwamen we er toch uit. Ons huisje was in Hoorn, Oosterkooi, 10 km van de Brandaris af. We hebben die avond heerlijk vis gegeten in een tapas restaurant. De zaterdag hebben we gebruikt om de toerist uit te hangen. Hoewel het veel regende, dronken we toch onze koffie en chocomelk buiten op een overdekt terras. Als lunch nam ik in het Raadhuisrestaurant pasta met paddenstoelen en truffelolie. En ‘s avonds konden we in ons huisje aanschuiven voor een heerlijk pannenkoekendiner. Me dunkt dat ik goed koolhydraten gestapeld heb.
Zondag was halve marathon day. Jammer genoeg waren er problemen met de auto en kon H. mij niet naar de start brengen. Het werd zelfs even penibel qua tijd. De busdienst was aangepast en met 10 km lopen naar de Brandaris, zou ik veel te laat komen. Maar, hardlopers zijn gewoon super aardig. Een jeep stopte op mijn lift gebaar en ik kon achter instappen. Gezellig, de auto zat vol hardlopers en hun supporters.
Bij de start was het druk, natuurlijk. Ik bracht mijn tas weg, maakte nog even gebruik van een dixie en ging toen op weg naar het startvak. Dat was nog wel een puntje. Over een smal stukje van de weg ging ik op zoek waar ik het startvak in kon. Medehardlopers schuifelden in een lange rij langs de hekken. Sommigen klommen erover heen. Enkele slimpies liepen tegen de stroom in, een oude dame zelfs met een fiets. Eindelijk kon ik het vak in. Na de start om 12 uur voor de wedstrijdlopers was de beurt voor de recreanten. Het duurde tien minuten eer voor mij de halve marathon echt begon.
Heel Terschelling was in de ban van de Berenloop. Overal zag ik grote en kleine beren, vlaggen en ballonnen. Het parcours werd aangegeven met geverfde beren op de straat. Het was druk. Heel veel toeschouwers die aanmoedigden. Men klapte, riep, kinderen deden high fives, waves. Ik merkte dat ik liep met en grote lach op mijn gezicht. Natuurlijk zwaaide ik terug, of stak mijn duim in de lucht, of deed de wave mee. En vanzelfsprekend kost dat energie. Maar ik had me voorgenomen om rustig te lopen. Zolang ik de pace in de zes zou kunnen houden, zou ik heel tevreden zijn.
Op elk vijf kilometerpunt was een verzorgingspost. Ik nam dan een bekertje water, omdat ik mijn eigen gels bij me had. Toen ik bij de tweede verzorgingspost een bekertje water dronk, kwam een journalist met een grote camera op me af. Hij vroeg me hoe ik het vond. Ik gaf het bekende antwoord, wat ik ook meende, mooi parcours, enthousiast publiek, etc. Even was er verwarring omdat ik hem niet had verstaan, dacht ik, en hij wachtte op nog meer opmerkingen van mij. Enfin, verder ging het weer.
Inmiddels was ik aan de praat geraakt met een medeloopster die hetzelfde tempo als ik liep. Het strand op omhoog wandelden we even. Op het strand kregen we de wind flink schuin voor. De lucht betrok, het leek alsof het zou gaan regenen. Het was ineens koud. Mijn loopmaatje deed haar jasje aan. Drie kilometer lang liepen we over het strand. Alleen bij de opgang en toen we weer van het strand afgingen was het zand rul. Verder was het goed te doen.
En door ging het weer. Vals plat omhoog. Het was wel prettig om met z’n tweeen te lopen. Al pratend tikten de kilometers weg. Ik nam mijn tweede gel. Jammer genoeg stopte ik de soft flask al lopend niet goed in mijn belt. Later merkte ik dat ik hem verloren was.
We naderden de finish. We versnelden een beetje. Nog even ging het een paar straatjes door West Terschelling. Een laatste bocht en daar zagen we de finishboog. Over een lange rode loper, aangemoedigd door heel veel supporters, liepen we de laatste meters. Op een groot scherm zagen we onszelf aankomen. Daar was de finish!
Na een bekertje bouillon gingen we onze kleren ophalen. Ik wilde mijn trainingsbroek over mijn schoenen aantrekken. Dat lukte uiteindelijk met een steuntje van een medeloper en mijn loopmaatje. Daarna namen we afscheid. Zij nam de veerboot naar Harlingen. Ik zocht en vond een bushalte. De bus kwam direct. Hij was tjokvol. Maar ik kreeg een zitplaats voorin. Gelukkig had ik nog gedroogde abrikozen die ik kon aanbieden aan de aardige loper en zijn twee vrienden.
We hebben de halve marathon mooi vlak gelopen. Geertje, bedankt en tot ziens! Ik heb genoten en ben tevreden met het resultaat.
Gemiddelde hf: 149 (max: 169). Cadence: 87. Totaal: 21,04 km.