Zondag 2 augustus 2015
Een trail om gauw te vergeten? Objectief gezien was het een mislukking. Maar ik wil er juist van leren. En eerlijk is eerlijk: ik heb toch zo enorm genoten. En ik ben geen moment bang geweest. Waarom bang? Nou, ik ben behoorlijk verdwaald. Even vanaf het begin vertellen. Voor mij goed om het later terug te lezen.
Op zaterdag vroeg S. nog: “Heb je er zin in, morgen?” Ik: ” Nou, nee.” Meestal van te voren heb ik zo’n gevoel van: “Blijf toch thuis. Wat moet je in je eentje zo’n stuk rijden. En je kent daar niemand. En al helemaal het trail gebied niet…” Maar mijn ervaring is inmiddels wel dat ik achteraf heel erg blij ben dat ik het allemaal gedaan heb. Kom maar uit je comfortzone, beetje avontuur, goed voor je.
Zaterdag was de voorbereidingsdag. Spullen klaarleggen, route op Suunto, lekkere spullen gehaald om te eten/drinken en de TomTom ingesteld. Zondagochtend even voor zes uur opgestaan. Water en koffie gedronken, een banaan en een wit broodje kaas gegeten, spullen in de auto en rond half acht ging ik op weg naar Beek Ubbergen.
Om negen uur was ik op de parkeerplaats van de Schellingshof. Tegelijkertijd kwamen ook al twee andere loopsters aan. Meteen kennis gemaakt en naar het hotel-restaurant ‘t Spijker gelopen. Daar meldden wij ons aan en gingen toen op het terras zitten bij de anderen. Ik maakte kennis met de organisatoren: Ingrid Peperkamp en later met Just Bennis. Even kletsen met de andere deelnemers, elkaar tips geven. Ik weet bv nu hoe ik de waterzak op de juiste manier in het Nathan vest moet stoppen. Nog naar het toilet, en dan is het al tijd voor de briefing. We staan allemaal op een muurtje voor de foto.
Een stuk of dertig man/vrouw, schat ik. De eerste groep marathonlopers is al eerder gestart. Die komen zo langs en kunnen zich aansluiten bij onze groep. We gaan twee rondes lopen van veertien km. Na zeven km is er een verzorgingspost. Je zou kunnen uitstappen bij zeven, veertien of eenentwintig km. De groene paaltjes gaan we volgen. Op drie stukken zal daarvan afgeweken worden. Just en Ingrid wilden de trail zoveel mogelijk onverhard hebben en ook iets technischer. Op de afwijkende stukken volgden we de roze stippen en pijlen. Er zijn drie begeleiders. Ik kies ervoor om met Ingrid mee te lopen. Zij nam de langzaamste groep.
We zijn vertrokken. Al vrij snel ging de weg omhoog. Wat gingen ze hard! Ik was nog niet ingelopen en ik vond het nu al zwaar. Daarom liet ik mij terugzakken naar de achterhoede. Linksaf ging het het bos in. Nu waren er dus al velen de berg op aan het wandelen. Ik sprak mezelf toe: “Ontspan je, geniet ervan, tijd maakt niks uit.” Na een poosje kwam ik te lopen met Ingrid en nog een loopster. Die laatste had moeite met omhoog klimmen, maar bij het afdalen vloog ze gewoon die berg af. Zo licht! Ik merkte dat ik moeite had met het dalen. Ik liep dan gespannen, was bang om te vallen. Ondergrond: boomwortels, stenen, bosgrond. Bij de eerste verzorgingspost met allerlei lekkers, nam ik heerlijk frisse watermeloen, water en een zout koekje. Verder maar weer. Ik had de Salomon XT Wings aan. Op zich een prima schoen. Maar ik had te veel ruimte bij mijn voorvoet. En naarmate ik verder kwam, merkte ik dat ik wat ging klappen met mijn linkervoet. Alsof de schoenen veel te groot waren. Niet lekker. Jammer genoeg struikelde ik ook nog. Auw, knie, schaafwond, “hoort bij het trailen” zei Ingrid, en verder maar weer. “Niet wandelen, gewoon rustig doorgaan. Dan raak je die spanning van het vallen zo kwijt.” En dat was ook zo. Tijdens het lopen vertrouwde ik volkomen op Ingrid. Zij had immers het parcours mee uitgezet. Een paar keer, wanneer ik even voor liep, nam ik het verkeerde pad. Gelukkig riep ze mij dan direct terug.
Foto: Mischa Visser Foto: Ingrid Peperkamp
Toen de eerste ronde er op zat, stopte Ingrid en het loopmaatje (Carla?). Ikzelf twijfelde. Heel erg moe was ik nog niet, maar ik wist dat ik lang over de tweede ronde zou gaan doen. En we waren al de laatsten. Toen Just zei dat de post toch tot vier uur bemand zou zijn, dat het niet uitmaakte hoe lang ik erover deed en er nog iemand een ronde ging lopen, ging ik ook. Tenslotte had ik ingeschreven voor de hele 27,5 km (!) Tijdens de eerste klim nam ik de tijd om de Looptijden-app in ter stellen. Zo kon ik de km afstanden horen en de Suunto had ik op de route gezet. Dat ging prima. Ik herkende verschillende punten onderweg. Als ik het even niet wist, gaf de Suunto met een lijntje aan welke kant ik op moest. Het ging goed. Ik liep ontspannen. Berg op wandelen, dat deed trouwens bijna iedereen die ik zag, naar beneden weer hobbelen. Ik genoot met volle teugen. Onderweg, het was middag, zag je nu wat meer wandelaars. Het was warm, maar meestal ging de route in de schaduw door het bos.
Halverwege keek ik uit naar de verzorgingspost. Die zou nu zo ongeveer moeten komen. Ik kwam aan bij een provinciale weg. Daar zag ik wel auto’s maar geen post. Ook zag ik geen groene paaltjes of roze stippen meer voor me. Op de Suunto kwamen verschillende lijnen bij elkaar. Welke was daarvan de goede route? Ik liep een stukje terug, de groene paaltjes volgend. Op gegeven moment ben ik weer omgekeerd richting weg. Ik was inmiddels al een paar keer de pannenkoekenboerderij gepasseerd. Het nare was, dat ik wat gespannen ging lopen. Ik was onzeker, wandelde veel en ging (als een kip zonder kop…leermoment…) dan weer links, dan weer rechts, kwam af en toe dezelfde wandelaars weer tegen. Ik probeerde via de zon, immers middag, staat hij zuid, me te orienteren. Maar de route liep zo grillig, dat was geen optie. Tot overmaat van ramp meldde de iPhone: “low battery”. Dus die deed ik maar uit. Dan kon ik hem nog gebruiken in geval van nood. ( Ik had hem vooraf 100% opgeladen, maar GPS onttrekt veel energie aan de iPhone.) Op gegeven moment dacht ik: ” Nu volg je maar de groene paaltjes, ook al is het de terugweg, dan kom je tenminste weer bij het start/finishpunt uit.” Mijn linkerschoen flapte, ik struikelde weer een keer en viel op mijn toch al geschaafde knie. Viel mee, gelukkig. Ik liep weer door de modderige bedding van een sloot, ging maar weer eens een trap op en weer af aan de andere kant (de Duivelsberg) kwam alweer langs een groepje koeien, maar ik wist dat ik niet goed bezig was.
Toen ik dan ook een wandelaarster zag met een kaart, heb ik haar aangesproken en gevraagd of ik de goede kant op liep naar Beek/Ubbergen. Dat bleek niet zo te zijn. Weer terug dus. Een hardloper, niet iemand van de trail, zag mij aarzelen. We spraken even met elkaar en hij besloot met mij samen op te lopen naar de Rijksstraatweg. Van daaruit zou ik ‘t Spijker wel weer kunnen vinden. Zo gezegd, zo gedaan. Gezellig pratend liepen we het stuk naar de weg. Toen ging hij het bos weer in en ik ging over de stoep naar de finish. Dat was nog een stukje. Toen ik daar aankwam begon iedereen op het terras te juichen: “Daar is ze!” en te klappen. Just was inmiddels met de mountainbike mij gaan zoeken. Ik schaamde mij een beetje dat ik overlast had bezorgd. Vooral bij Just, die als organisator zich zorgen had gemaakt. En bovendien een aantal kilometers flink had afgezien op de mountainbike. Ik dronk wat water, kreeg een heerlijke kop tomatensoep, we praatten nog wat na op het terras van ‘t Spijker en toen nam ik afscheid.
Ik heb nog van alles te leren. Maar ondanks alles, ik heb genoten! Een volgende keer hoop ik dat ik de route beter kan volgen. Dat ik met overleg als ik de weg kwijt ben, zorg dat ik op het goede stuk terug kom en dan verder kijk. En ook vind ik dat ik nieuwe trailschoenen nodig heb: een paar soepele lichte voor droge omstandigheden, zoals bij deze trail, en een paar voor nattigheid, sneeuw en blubber (hoera!).
Hierbij de gegevens: (om te vergeten) Gem hf: 142 (106-162). Cadence: 81. Totaal: 27,75 km.